Dag 7:   Lämmerenhütte - Wildstrübelhutten  (vrijdag 16/08/1996)

Officiële Intersoc versie:

Dagverslag:

Bij de briefing gisterenavond werd ons voor vandaag een zware dag voorspeld.

Onze wekker stond dan ook op 4u30’ zodat we al om 6 u. vertrekkensklaar stonden.

Nog even genieten van de zonsopgang en we waren weer op stap, deze keer met Fons aan de kop.

Het was een prachtig kleurenspel van geel en rood achter de roestige kale bergtoppen. Daartegenover lag er voor ons een gletscher in het zonlicht te glimmen alsof het een lange schuifbaan was. Gewoon prachtig.

Opeens geritsel boven ons in de bergen, waar we een kudde gemzen ijlings zien wegvluchten tussen de rotsen.

 We komen aan een wilde bergrivier,. De restanten van een weggespoelde brug zijn nog te zien.

Fons probeert via de grote keien en enkele rotsen over te steken, maar het heeft de voorbije nacht hier serieus gevroren zodat hij uitschuifd op de gladde stenen en in het water terecht komt.

Hulp, onze gids in ’t water, van ’s morgens vroeg . Rudi, die Fons ter hulp snelt, wordt eveneens door de gladde keien verrast en beland ook met de voeten in het ijskoude water.

En ja, daar zat niets anders op hé. Schoenen en kousen uit, onderbroek  en lange broek uit. Het leek bijna op een striptease in open berglandschap. Dat hadden we dan ook weer meegemaakt.

In plaats van de rivier hier over te steken volgen we ze via de morenen tot aan de gletscher, langs waar we de klim aanvatten naar de top van de Wildstrubel.

Ingebonden gaan we de gletscher op. We schuiven langzaam naar boven. Een eerder jong koppel, niet tot onze groep behorend, is juist voor ons vertrokken. We vermoeden dat ook zij naar de top gaan en volgen hen. Het is steil en er komt geen einde aan. Na de ene helling volgt er weer een andere. Het ritme is vrij traag, temeer omdat we regelmatig moeten uithijgen. Het is zo warm en de lucht is zo ijl dat we onze stappen tellen en telkens bij 50 even blijven staan. Er wordt gepuft en de enkelingen met een betere konditie ergeren zich aan het te trage ritme. Uiteindelijk geraken we toch op de top, maar howee…… , na een korte verkenning komt Fons ons vertellen dat hij het spoor of het pad niet ziet langs waar we verder moeten. We rusten toch even uit op deze volledig met sneeuw bedekte top. Enkele minuten na ons komt er een man alleen toe op de top en vragen hem of hij weet hoe we verder moeten. Nadat we hen uitleggen dat we over de top van de zuidelijke Wildstrübel wilden gaan verteld hij ons leuk dat we op de verkeerde top zitten. Dat nog aan toe !

We moesten de top ernaast hebben. Dus opnieuw wat afdalen en dan weer een beklimming Geen lachertje, terwijl we hier zo’n 30 cm. diep in de sneeuw trappen.

Zo ongeveer tegen de middag,( we waren dus al 6 u. onderweg) staan we dan toch op de juiste Wildstrübel, op 3244 m. en die bovenaan helemaal sneeuwvrij is.

Het is warm en de zon brandt. We genieten er van het prachtige wijdse panorama, waarbij we zelfs de Mont Blanc zien. Onze gidsen gunnen ons een uurtje welgekomen rust.

Langs de sneeuwvrije zuidkant dalen we af naar een nieuwe lager gelegen gletsjer, de ‘Glacier de la plaine Morte’ die er eigenlijk uitziet als een groot bord met een diameter van zo’n 7 km.

Tijdens de afdaling voelt Jan zich echter niet goed. Zijn voeten doen ontzettend pijn en durft te zeggen dat hij eigenlijk wil opgeven. Echt geloven doen we hem niet, maar na een tijdje gaat het helemaal niet meer. Hij toont ons zijn gehavende voet, of beter zijn openliggende hiel, die volledig ontstoken is ten gevolge van een  niet oordeelkundig verzorgde blaar. We beseffen nu wel dat het menens is en Geert en Fons overleggen wat we kunnen doen.

We staan aan de rand van de gletscher. Niets in de omtrek te bespeuren. Vuurpijlen afschieten misschien ? Maar niemand gaat dat hier zien voorzeker.

Er zit dus niets anders op dan met een beperkte groep zo vlug mogelijk de volgende hut te bereiken en daar de reddingsdienst te bellen. Eerste gids, Geert vertrekt met de vier sterkste mannen in cordée. Ze zetten er een strak tempo in.

Fons zou dan met de rest van de groep, Jan incluis, zo goed en zo kwaad als het kon, de gletsjer oversteken richting Wildstrübelhütten, en ondertussen uitkijken naar de komst van een helikopter.

De gletscher is een enorme vlakte vol water en ijs.

Heel pijnlijk moet dat voor Jan geweest zijn. We hebben medelijden met hem. Aan de overkant van de gletscher, net voor de klim naar de hut horen we de heli boven ons. Fons neemt een rode jas en trekt met beide armen in de lucht de aandacht van de piloot met het conventioneel Y-teken ( als eerste letter van YES), dat wij het zijn die de hulp nodig hebben.

Jan wordt door een vriendelijke verpleegster meegenomen en ook zijn vrouw Jeanne mag mee.

Tijdens onze verdere weg richting hut komen Geert en de anderen ons al tegemoet zodat de rest van het traject geen probleem meer was.

In de hut is er geen water. We wassen ons dan maar met een handvol sneeuw.

De huttenwirt verteld ons later aan tafel dat we vandaag eigenlijk in een föhnketel zaten, waarbij een droge wind uit het zuiden, impakt heeft op het gemoed. En inderdaad, we hebben vandaag wat afgezaagd.

Na het eten is iedereen vroeg gaan slapen vandaag. En of we het verdiend hadden !

 

Dag 8